Schildpaddensoep




De naam verbindt het ELfabet met de erotische Ellende.
De verbintenis is accidenteel. De verbintenis vraagt niets.
De verbintenis nodigt niet, ze is niet, je leest ze , begrijpt haar
& dus maak je ze. Je kan haar ook lezen & niet-begrijpen.
Je kan haar ook niet lezen maar dan ben jij er niet.

De verbintenis is, hoe kan het anders, een verbondenheid met de vergetelheid.

Ontkenning van de transcendentie: de naamgevingsprocedure
is geen valabele escape-routine. De immanentie is onontkoombaar,
maar de onontkoombaarheid van de immanentie is enkel problematisch
voor het niet-hier-willen-zijn van het zijn zoals het is, dus niet issend, maar
zoals we het niet kunnen denken, het reële-onder-ontkenning, het
Ware Zijn Als Het Ware, de voortdurende verknechting van het worden
aan de stasis, het onaanvaardbare van de vergankelijkheid.

De Meester duwt zich in de bloebber van het Monster om zich Meester te wanen.
Maar het hoeft niet te zweren! Het worden staat los van de bezwering. Wat zich
tot stilstand wil roepen is de angst voor het worden, het niet kunnen
niet-willen-betekenen, het onaflatende ikken van het ik.

Het ik is maar een vlaag van het worden in het worden, een bijproduct
van leven, zien, spreken. Ik mis uw lijf, uw adem in de mijne.
Het bijproduct wil noemen, zeggen, zwijgen. Jij, het warme niets
waarin ik kon verdwijnen.
Onder het oppervlak
- de rimpels, de golven, de pathetiek van een storm -
spoelt wellicht het leven zelf aan.

De individuatie als clinamen in het Noodlottige Gebeuren. De Afwijking
Anke is een anastrofe, een eigenface dat zich
vanuit het Buiten van de toekomst negentropisch
in de realiteit inschrijft.

Lode, nog steeds op de trein naar Alken: "Ik wil haar. Het lot
is kwantificeerbare weerstand. Ik krijg haar".


De determinatie is enkel noodlottig in het oogmerk van de termijn.
Termijnen zijn ontginningsprocedures, exploitatievergunningen.
Metingen in dienst van de dood. Metingen willen dat de ikjes
zich door de tekstgleuven murwen.

De angst onbegrepen te blijven is vooral
de angst om ooit begrepen te worden,
dat je er niet meer zijn zal om het te ontkennen.

Begrip is doodslag
(make no mistake: bij een lezer zoals jij is het moord).

Wat gevat wordt is altijd per definitie stilstand.
Daar valt uiteindelijk niks over te zeggen.
Het gaat er echter niet om dat we over de dingen
waar we het over willen hebben niks kunnen zeggen,
het gaat erom dat het er niet over moet gaan, maar dát
het gaat, zoals het gaat, zover het gaat.

In de mate van het mogelijke, de potentialiteit.
In het mate van het onmogelijke, de realiteit.


Het zijn is niets als het niet hier is.
Hier is nergens.
Het zijn is niets.

In de immanentie is het worden geen in,
of tijdens het worden is de immanentie geen in,

tenzij je het in als deixis ( je wil erover praten)
als een dubbel configureert (een in in een in dat niet was:
de nulexplosie van de mathesis). Het uit

is derhalve enkel de procedure, want de procedure
'is' enkel vóór de procedure een procedure die het uit
oplevert. Ze loopt of ze loopt niet. Als ze loopt, produceert
ze 'uit'. Loopt ze niet dan is het louter hybris, klettercode

in de afvalbak.

Populaire posts